Détails
Auteur
Ennekens, Katherine ( Red. )
Éditeurs
, Antwerpen, Pandora, 2008
Thème
Antwerpen, Antwerp, Anvers, Antwerp
Description
Anno 2008 heeft de werkende Belg gemiddeld 22,5 dagen verlof. Voor 7 op de 10 Belgen betekent vakantie ook op reis gaan. Per jaar gaan velen meer dan eens met vakantie. In vergelijking met vorig jaar steeg het aantal boekingen met 5 procent. Ondanks een sputterende economie, gestegen vluchttarieven en brandstofprijzen. Alles wijst erop dat reizen een vaste plaats in onze levensstijl heeft ingenomen. Dat was nog niet zo lang geleden helemaal anders. Pas vanaf 1936 is er in ons land een wet op het betaald verlof. Buiten de belangrijkste feestdagen hadden de meeste mensen tot dan toe nooit vakantie. En dus reisden ze ook niet. De meesten klopten bovendien zesdaagse werkweken, wat de vrije tijd nog verder beperkte. Vakantie en vrije tijd was dus tot ver in de 20ste eeuw iets voor de hogere klasse - niet voor niets de leisure class genoemd. Deze elite ontdekte reizen en op vakantie gaan rond het midden van de 19de eeuw. De Noordzeekust, de Azurenkust en de Alpen werden favoriete vakantiebestemmingen voor deze Europese jetset. De gewone man zou het ook na de invoering van de conge paye aanvankelijk veel dichter bij huis zoeken. Zowel tijdsgebrek als gebrek aan middelen weerhield de mensen er lange tijd van om ver op reis te gaan. Antwerpenaren ontdekten de charmes van Sint-Anneke, Sint-Job, Bouwel, Mariaburg en het Zilvermeer. Er ontstonden tal van organisaties voor vakantie en vrijetijdsbesteding, uitgaande van ziekenfondsen, vakbonden, levenbeschouwelijke organisaties, scholen en werkgevers. Georganiseerde vakanties kwamen in zwang: vakantiekolonies, kampen van de jeugdbeweging, reizen met de Natuurvrienden, met de mutualiteit naar zee. Het is via deze georganiseerde vakanties dat de gewone man gaandeweg ook verdere bestemmingen ontdekt. Vanaf de jaren '60 gingen mensen ook meer en meer op eigen gelegenheid 'naar de zon'. Natuurlijk werd deze evolutie mee mogelijk gemaakt dankzij een fenomenaal toegenomen welvaart en een radicaal verbeterde infrastructuur. In de jaren '50 duurde een ritje met de auto naar zee zelden minder dan drie uur. In de jaren '60 werd dat dankzij de nieuwe autosnelwegen teruggebracht tot een dik uur. En vandaag is elke bestemming binnen Europa met enkele vlieguren te bereiken. Het contact met nieuwe landen en andere culturen mag dan wel enorm verrijkend zijn, toch heeft deze evolutie ook zijn keerzijde. Deels reizen we zo ver omdat vakantie in een ongerepte en authentieke omgeving in eigen land steeds moeilijker wordt. Maar net door dat energieverslindende verre reisgedrag tasten we die puurheid aan waar we naar op zoek zijn.Tijd om eens stil te staan bij hoe de mensen het vroeger deden: vakantie en reizen tot 1980.